De Keltische elfenwereld.

Geplaatst op donderdag 30 augustus 2001 @ 16:33 , 957 keer bekeken

De Keltische Elfenwereld In de Keltische beleving leefden in de bovenzinnelijke werelden naast hun goden ook de geesten, reuzen en de gevleugelde wezens zoals (witte) paarden en elfen. De grens tussen de onzichtbare sferen was een vliesdunne sluier die door zieners (sjamanen) en barden tijdens zielereizen bezocht werden. De toegangen tot deze Andere Wereld lagen o.a. in afgelegen wouden, ver afgelegen eilanden, bij bronnen en onder heuvels. Op 31oktober, de vooravond van Samhain (Nieuwjaarsfeest), waren veel van deze poorten naar het ondergrondse rijk open. De elfen kwamen dan uit hun ondergrondse paleizen om feest te vieren en aardse stervelingen mochten op hun beurt het Elfenland betreden. De tradionele Iers-Keltische naam voor een elf was 'bean sidhe'. De Tuatha De Danann (Too-ah day Thay-nan, Tootha day danan) of 'het volk van de godin Dana' heersten als laatste goden over dit land. Dana (Anu), was de naam van de grote moedergodin die haar naam gaf aan de Tuatha de Danann. Dagda, was de vader van de goden (zie bovenste illustratie). Hij bezat een toverketel van overvloed/wedergeboorte en een toverknots die op wielen werd vervoerd. De Tuatha de Danann waren beeldschone goden afkomstig uit de -etherische- bovenwereld en daardoor ook zeer kwetsbaar. Na de komst van de voorouders van de Ieren, de Spaanse Milisiers, verdwenen de Tuatha De Danann, en leefden voortaan ondergronds. Volgens overleveringen heeft elke god onder de groene heuvels van Ierland zijn 'sidhe', een schitterend onderaards hof. In de loop van de eeuwen werden de vrouwen van het ondergrondse elfenvolk (Bean Sidhe) als 'Banshee' aangeduid. Een Banshee wordt geacht met een Ierse familie verbonden te zijn. Door een harde kreet zouden zij de dood van een mens aankondigen. Religieuze aanpassingen Alle Keltische volkeren in Europa kenden de (Ierse) Tuatha De Danann als het godenvolk. Hun naam is o.a. te traceren in de mythen van Wales en door inscripties op het Europese vasteland. De christelijke kerk heeft in Ierland de naam Tuatha De Danann nooit uit kunnen roeien. Zelfs door Ierse monniken werden eeuwen later hun heldendaden, hoewel anders geintepreteerd, nog steeds opgeschreven. In de middeleeuwen werden de van oorsprong Keltische verhalen in Ierland en de andere landen van West Europa steeds meer aangepast. De kerk was niet gelukkig meer met o.a. de koning Arthur-legende, die vol staat met verleidelijke elfenmeisjes die dolende ridders verschalken. Ook de wonderbaarlijke eigenschappen van de heilige graal was ontleend aan de wonderbaarlijke keltische toverketel van overvloed en wedergeboorte, een verwijzing naar het bovenzinnelijke (gedode Keltische krijgers konden levend uit een ketel der wedergeboorte herrijzen). Arthur's legende werd in christelijke varianten aangevuld met nieuwe elementen zoals de ronde tafel die de eenheid symboliseerde. De heilige graal in het midden op de tafel herinnerde voortaan aan de beker van het heilige avondmaal. Aan de ridders van de Tafelronde verscheen de heilige graalbeker in een verblindend licht. Deze aanblik maakte hen wijzer, sprakeloos en gaf een gevoel van eenheid en verbondenheid. Hetzelfde was het geval met gedode Keltische krijgers die levend maar zonder spraakvermogen uit de Ketel van Wedergeboorte van Dagda herrezen. In de oudste legenden over koning Arthur staat geschreven dat hij in een andere wereld (Avalon, Annwn) wacht op de reincarnatie als verlosser van zijn onderdrukte Keltisch volk. Op het grafschrift van koning Arthur, gevonden in de abdij van Glastonbury, staat het volgende: 'Hier ligt Arthur, de koning die was, de koning die zal zijn', wat verwijst naar de Keltisch beleving van reincarnatie. Deze levensovertuiging werd in de later christelijke varianten over koning Arthur geschrapt en deugdzame elfen werden vaak als engelen aangeduid. Zena.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: